Ecologe Hettie Meertens kijkt uit over het uitgestrekte landschap in Voulwames, Zuid-Limburg. Hier mondt de Geul uit in de Maas, de enige rivier in Nederland die grind meeneemt. Het diepste gedeelte van de rivierbodem is de grens met België.
Het verveelt nooit, zegt ze. Het water blijft bezig, het boetseert de lage oevers, legt eilanden, verplaatst grind, slijt geulen uit en maakt natuurlijke steilwanden. Dat alles leidt weer tot wilde bloemen, insecten, broedende vogels en pionierbossen.
"Je vóelt hier de ruimte”, aldus Meertens over het gebied dat inmiddels al 25 jaar haar werkterrein is. Hoe vanzelfsprekend het huidige landschap nu ook lijkt: 20 jaar geleden zag het er nog totaal anders uit.
De van oorsprong ruige, dynamische Maas werd destijds nog omsloten door kunstmatig aangelegde kades. "Met zware stenen”, vertelt Meertens. "Deze constructie, uit de 19e eeuw, maakte de Maas smal en diep. Het idee was dat het meer controle gaf over het water. Het zou de Maas beter bevaarbaar maken, de grens tussen Nederland en België fixeren en landbouwgrond beschermen tegen wegspoeling.”
"Maar het had ook grote nadelen. De Maas ging zich steeds dieper insnijden, waardoor de grondwaterstand zakte. Op de oevers achter de stortstenen gebeurde het omgekeerde. Er kwam een metersdikke opslibbing van klei, waardoor de getemde rivier verborgen lag.”
Grind
Ook stond de constructie de natuurlijke rijkdom flink in de weg. Dat kán anders, wist ARK uit eerdere projecten. Neem de Millingerwaard, waar Plan Ooievaar riviernatuur weer nieuw leven inblies met een ecologische én economische component. Door rivierlopen in de uiterwaarden open te graven en de klei te gebruiken in de baksteenindustrie.
"Wat we in de Maas wilden doen was in feite een variant daarop, alleen dan met grind. Feit is dat Limburg een verplichting had richting het Rijk om grind te leveren. Dan kan je vechten tégen grindwinning”, stelt Meertens. ,,Maar je kan ook realistisch zijn en kansen zoeken. Wij kozen dat laatste.”
Het idee: grindwinners aan beide kanten laten afgraven, zodat de rivier zou verbreden en oevers zouden verlagen. "We wilden de rivier hiermee in haar kracht zetten, zodat ze weer kon spelen met grind, zand en klei. We noemen dat rivierdynamiek, onderdeel van een natuurlijk rivierecosysteem. Met een spannende wisselwerking tussen water en land.”
Weerstand
"In 1990 wilden we dat plan hier aan de man brengen”, blikt Meertens terug. "Bij bestuurders, bewoners, grindbedrijven, natuurorganisaties en andere betrokkenen.” Aanvankelijk zorgde dat voor weerstand. Mensen wisten niet wat ze verwachten konden.”
De centrale rol van grindwinning in het plan stond vele Limburgers tegen. ,,Bewoners schrokken en hadden doembeelden van de grindmachine in de achtertuin. ‘De grote industrie wordt er rijk van en wij krijgen lawaai, trilling en stof. Win-locaties worden afgesloten voor ons en wij blijven met gaten achter’ waren veelgehoorde zorgen.”
Het vormde aanleiding voor talloze gesprekken. "We namen mensen mee naar pilotgebieden, deden excursies, gaven lezingen. Allemaal om een beeld te geven van hoe het eruit kon zien. Langzaamaan groeide het vertrouwen.”
Noodzaak
In 1993 en 1995 teisteren heftige overstromingen van de Maas het gebied. Duizenden mensen moeten geëvacueerd worden. "De schade was immens en onderstreepte de noodzaak om wat te doen. Het huidige systeem bleek niet houdbaar.”
Overheden, natuurorganisaties en andere partijen slaan de handen ineen. Project Grensmaas wordt geboren. Op bijna 50 kilometer lang – van Maastricht tot en met Stevensweert – zal riviernatuur hersteld worden. Een gigantisch project dat niet alleen grind en riviernatuur oplevert, maar ook ruimte voor de rivier en veiligheid.
In 2008 start het project definitief, na jaren van studie, ontwerpen, omgevingscommunicatie en onderhandelingen tussen overheid en grindindustrie. De strategie ligt dicht bij wat ARK en compagnons als Stroming en betrokken ambtenaren vanaf begin af aan al voor ogen hadden. Inmiddels zijn ook Nederlandse en Vlaamse natuurorganisaties aan boord. "De stroomgeul verbreden, de uiterwaarden verlagen en samenwerken met grindwinners."
Het gaat beginnen
Dan gaat het beginnen: de eerste afgravingen. "In eerste instantie zie je dan een bruine, lemige vlakte”, blikt Meertens terug. "Een beetje troosteloos nog. Maar zodra we haar de kans gaven, herpakte de rivier zich. Razendsnel. Gelijk al begon ze met hermodelleren.”
Na de eerste winter duiken de eerste wilgenbomen, elzen en pioniersplanten op. Grote grazers – konikpaarden en gallowayrunderen – worden langs de Grensmaas geïntroduceerd. ,,Ze leven hier en trekken rond in natuurlijke kuddes. Door hun aanwezigheid ontstaat een gevarieerde begroeiing. Hier en daar bos, maar ook open gebied, met ruigte, struiken, opengetrapte plekjes en bloemrijk grasland.”
Binnen een mum van tijd ontpopt het gebied zich tot een wonderbaarlijke levensgemeenschap, waarin planten, dieren, schimmels en bacteriën via het voedselweb met elkaar verbonden zijn. Maar ze hebben ook andere relaties, voegt Meertens toe.
"Zo leveren planten niet alleen voedsel, maar bieden ze ook beschutting. Zo eten grazers niet alleen planten, maar zijn ze ook de ’hoveniers’ die de groene ruimte heel gevarieerd maken en daardoor geschikt als leefgebied voor veel verschillende soorten dieren. En roofdieren eten niet alleen vlees, maar verjagen plaatselijk ook de planteneters, waardoor de begroeiing daar hoger opschiet.”
Soorten-snelweg
"Je kan de Maasnatuur ook zien als een soorten-snelweg van 50 kilometer lang, van Zuid naar Noord en omgekeerd. Het creëert een komen en gaan van planten en dieren. Daarnaast neemt de rivier uit zijtakken allerlei zaden mee, die bij hoogwater op de oevers aanspoelen”, vertelt Meertens. De Wilde Marjolein bijvoorbeeld: die kwam spontaan opzetten uit het zuiden van Luik en groeit hier nu rijkelijk.
In de bloemen ontstaan zaden, daar komen muizen op af, daarop weer roofvogels zoals de torenvalk. Ook bevers vestigen zich er. Wilde zwijnen keren terug. Er is plek voor zandbijtjes, oeverzwaluws en ijsvogels die in de natuurlijke erosiewandjes broeden. Op de grindbanken verschijnen vogelsoorten als de Kleine Plevier. "En ik ben ervan overtuigd dat de wilde kat ook in het Maasdal opduikt zodra het bos wat meer ontwikkeld is”, voegt Meertens toe.
"Zo wordt het systeem rijker en rijker. En nog treffen we nieuwe soorten. Zoals de rivierkruiskruid: die zie ik hier vandaag voor het eerst.”
Veldexcursies
Mensen maken óók deel uit van dit landschap, benadrukt Meertens. Je vindt er dagelijks fietsers, wandelaars, kanoërs, vissers en natuurfotografen. "Voor ieder wat wils.”
Dat geldt ook voor de inmiddels duizenden basisschoolleerlingen, die het gebied al bezochten. Het is één van Meertens passies: de veldexcursies. "Daarmee willen we laten zien: zó kan de Nederlandse natuur óók zijn, lekker wild.”
Niet zelden zeggen kinderen tijdens hun excursie: ‘dit was de mooiste dag van mijn leven’. Logisch, vindt Meertens: "Hier kan je je laten omringen door ongedwongen, spontane natuur en het helemaal tot je nemen.”
"De één duikt op de plantjes, de ander ziet het liefst actie bij de kuddes. Je kan in bomen klauteren. Of door de modder lopen. Niets is voorspelbaar, elk hoekje kan weer een verrassing geven. Mits je respect hebt voor dit bijzondere gebied mag en kan hier van alles: dat geeft vrijheid.”
‘We zijn droog gebleven’
Als het gebied in 2021 weer last krijgt van hoogwater, blijkt bovendien dat de waterveiligheid inderdaad flink versterkt is. "In de dorpen hoorden we overal: ‘het werkt, we zijn droog gebleven’. Terwijl het hoogwater erger was dan in 1993 en 1995.”
De rivierverruiming verklaart dat. "De bodem speelt hierbij een grote rol. Deze is van nature een megaspons. De vegetatie ook. Vooral bos vangt veel regenwater op. Als het vervolgens op de grond komt neemt de humuslaag, maar ook de bodem eronder veel water op. Wortels en bodemdiertjes zorgen namelijk voor gaatjes, kiertjes en tunneltjes in de grond. Daarin trekt het water weg”, legt Meertens uit.
"Water dat de ‘spons’ verlaat zal via kronkelende beekjes met obstakels als omgevallen bomen en beverdammen, langzaam de Maas bereiken. De afremmende werking van meanders en obstakels verkleint de kans op een plotselinge piek. Een landschap dat de natuur een grote rol geeft in de waterhuishouding is daarmee klimaatbestendig.”
"Aangezien het klimaat verandert, zullen we moeten blijven opletten. Als de wiedeweerga zullen we ook de zijrivieren zoals de Geul en de zijrivieren, daar weer tot in de haarvaten bij moeten betrekken. We moeten ook dáár voldoende ruimte reserveren om het regenwater een plek te geven, zodat de huizen droog blijven.”
Eén grote ontdekkingstocht én grote verantwoordelijkheid
In 2027 is project Grensmaas afgerond. ,,We zitten nu in de staart van het project. De bedenkers van het concept om rivierveiligheid met natuurontwikkeling en grindwinning te combineren, en de uitvoerders van het project, dragen het stokje over aan de beheerders en eigenaren van het gebied. De natuurbeheerders staan voor de natuurkwaliteit, de rivierbeheerder voor de veiligheid en het waterbeheer. Door het bijzondere concept zijn dit geen gescheiden werelden meer. De natuur, het water en de veiligheid gaan hand in hand. Alle problemen en uitdagingen bij het beheer moeten in onderlinge samenhang worden bekeken.”
Die manier van kijken gebeurt niet automatisch in de praktijk, vervolgt Meertens. ,,Zoals nu het geval is bij de grindbanken bij Meers, de natuurlijke kroonjuwelen van de Grensmaas. Momenteel probeert de rivierbeheerder hier met een dwarsdam de rivierdynamiek in de kiem te smoren, om een grondwaterprobleem aan te pakken. Omgekeerde logica: levende grindbanken zijn namelijk volledig afhankelijk van rivierdynamiek.”
"Je verwacht dat bij een dergelijke kwestie de rivierbeheerder met de natuurbeheerder een passende oplossing uitwerkt, in samenspraak met de Vlaamse overburen. Dat dit toch niet gebeurt, laat zien dat we er nog niet zijn. Dat is jammer, want veel kennis is er wél”, betreurt Meertens.
Het zal niet de eerste en ook niet de laatste hobbel zijn die Meertens tegenkomt in het Grensmaasproject. "Het is vaak spannend geweest”, concludeert ze. "Maar ik had niet anders gewild dan het meemaken. In een project als deze leef je met open ogen. Samen met collega’s en collega-organisaties ervaar en zie je wat nog niet in boeken staat. Ik ben blij dat ik mijn steentje kan bijdragen. En zie het als één grote ontdekkingstocht.”